Visserij tot op heden

Beide wereldoorlogen liggen ver achter ons maar de zee is een bijzondere bewaarplaats voor de mensheid. Tot op heden worden er materialen en objecten opgevist met een militaire oorsprong en reden.  Echter voor de visserman is het een blijvende  gevaarlijke factor in hun toch al risicovolle beroep.

Op deze pagina beschrijven wij de bij ons bekende gebeurtenissen  vanaf de Tweede Wereldoorlog tot het heden op een chronologische manier. Veel nieuwsfeiten waar gelukkig niets heeft plaatsgevonden zijn bij ons niet bekend. Toch willen wij de lezer een beeld geven wat er regelmatig op zee gebeurt.

Maandag 2 juni 1958 Uk - 96

 Op maandag 2 juni 1958  liep de UK 96 in het Thomas Smitgat benoorden Terschelling boven Terschelling op een magnetische zeemijn. Met een vlootje van tien schepen waren ze op weg naar Helgoland om op tong te vissen. Dertien jaar na de oorlog was dit gebied nog steeds niet mijnenvrij verklaard en alleen op eigen risico te bevaren. In plaats van het Stortemelk kozen veel vissers toch voor deze kortere route door het Noordgat en men zag geen gevaar. De vijfkoppige bemanning van de kotter, schipper Pieter van Urk (54), met zijn drie zoons Hendrik, Arie en Klaas en de knecht Wiegert Hoefnagel (23), overleefden dit op wonderbaarlijke manier.

Tijdens windstil weer ontplofte een vermoedelijk magnetische mijn vlak bij de kotter en sloeg een gat in de machinekamer. De 16-jaar oude Klaas zat achterop en werd door de klap overboord geslingerd, maar kwam wonder boven wonder op het vlot terecht wat van de brug af was geslagen en kon slechts licht gewond aan boord van de UK 104 worden genomen. Men sprak over de redding van Klaas als een ‘bestiering van boven’. In 1981, 23 jaar later, komt Klaas om het leven op de UK 243.

Hendrik (22) en Arie (18) liepen een gebroken enkel en een gebroken dijbeen op en werden ook door de UK 104 overgenomen. De gewonden werden door de Terschellinger reddingboot ‘Brandaris’ met schipper Toxopeus, die ook een dokter mee had, van boord gehaald en naar het ziekenhuis in Harlingen gebracht.

 

De Urker kotters in de buurt schoten meteen te hulp en de UK 96, die zinkende was, werd aan beide kanten vastgemaakt aan de UK 87 en UK 103. Zo konden ze de kotter op een droogte zetten ten noordwesten van Terschelling. Hierop werd de kotter goed gesjord tussen een aantal vissersschepen in en werd de kotter naar Urk gebracht. Bij de sluizen in Kornwerderzand stond de kotter al bijna tot aan het dek toe vol water en was zinkende waarop geen toestemming werd gegeven om te schutten. In allerijl werd de Urker brandweer gebeld die met een motorpomp met bemanning terplaatse kwam. Toen de krachtige pomp aan boord werd geplaatst kon de kotter drijvende worden gehouden en mochten ze om 6 uur in de ochtend schutten. Met het achterschip hangende tussen de UK 162 en 184, gesleept door de UK 79, 67 en 103 en op koers gehouden door de UK 31 werd langzaam de reis naar Urk gemaakt. Toen het konvooi in de middag op 4 juni de Urker haven naderde stond het op de havenkade en het dammetje zwart van het volk. De Oosthaven was ontruimd om gelegenheid te geven de ‘Klaasje’ voor de scheepswerf van Metz te brengen. Elke rechtgeaarde Urker voelde zich trots bij deze prestatie van onderlinge hulp. Het mag een wonder heten dat er bij dit ongeval geen doden zijn gevallen. 

27 juni 1961 UK-18

Zware schade door ontploffing Duitse zeemijn

De UK-18 “de Onderneming “ viste een Duitse zeemijn op, bij een poging van defensie om de zeemijn in de haringhaven van IJmuiden onschadelijk te maken, explodeerde deze aan boord van de UK-18.  Er brak brand uit die door de “Stentor” van Wijsmuller werd geblust.

Dinsdag 23 juli 1968 Uk-245

Op 18 mijl boven Terschelling op dinsdag 23 juli in 1968 wanneer er tussen de vangst een aantal dozen blijkt te zitten. Aan de buitenkant is niet te zien wat er in de dozen zit. 

Opvarende Cees de Vries trekt een doos open en trekt er een bus uit die ontploft. De ontploffing veroorzaakt grote schade. De reddingboot van Terschelling vaart uit met een dokter aan boord, deze kan bij Cees de Vries (48 jaar) alleen nog maar de dood vaststellen. Schipper Jacob Bakker (40 jaar) moet medisch behandeld worden en zoon Jan Bakker (17 jaar) is in shock.

 Een demontagegroep van de marine stelt vast dat tussen de vis nog vier explosieven gevonden worden. Deze worden veiliggesteld en buiten de dijk tot ontploffing gebracht. 

Maandag 1 augustus 1971

De UK ? heeft een kanon opgevist van een schip dat vergaan is bij de slag om Jutland.

 

Viskopers kochten ook het oud ijzer op. Het geld was een zakcentje. EOD en politie was al getipt. Het opgevist kanon was nog geladen en stond op scherp. Op maandagmorgen was Kloas Nentjes (29 jaar) de Komme tegen het kanon gaan tikken met een stok. Dit had hij gezien van een van de mannen van de EOD. Deze hadden het kanon laten staan. Waarschijnlijk omdat het weekeind was en ze maandag toch terug zouden komen. 

 

Klaas Nentjes (de Komme) Nieuwsartikel 13-7-1971

 

Granaathuls uit de afsluiter van het kanon in het gezicht bij het demonteren Kanon die was geladen met een Brisantgranaat. De 29 jarige Klaas Nentjes woonachtig op Urk is bij het demonteren van een oud opgevist kanon dusdanig aan zijn gezicht gewond geraakt, dat hij een oog zal moeten missen. Het kanon was door een Urker kotter opgevist uit de Duitse bocht bij Denemarken. Het is vermoedelijk afkomstig van een schip die is vergaan in de slag bij Jutland tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het slachtoffer was bezig het plaatje van de kruitkamer te verwijderen toen het slaghoedje van de granaat die er nog in bleek te zitten tot ontbranding kwam. Met kracht werd de huls naar achter geslingerd midden in het gezicht van Klaas Nentjes. Het slachtoffer is via het ziekenhuis in Emmeloord naar Zwolle vervoerd voor langdurige hersteloperaties en revialidatie.

15 juni 2017 

De bemanning van een Urker kotter heeft in de nacht van woensdag op donderdag op de Noordzee een oude vliegtuigbom opgevist. Het gaat vermoedelijk om een bom uit de Tweede Wereldoorlog. Het projectiel belandde in de netten van de kotter PD-43 van de Ekofish Group.

Volgens Louwe de Boer van de Ekofish Group heeft de bemanning de vondst volgens procedure gemeld bij de Kustwacht. “Daarna hebben ze hem zo zachtjes mogelijk weer op de bodem van de zee laten zakken. Ik denk dat de jongens de bom hebben gemarkeerd, zodat hij gemakkelijk weer gevonden kan worden om hem onschadelijk te maken.”

Omdat de bom in het Britse deel van de Noordzee lag, zal het Britse leger zorgen voor de ontmanteling. Dat is tussen landen zo afgesproken. De Urkers hebben collega’s die in de omgeving aan het vissen zijn op de hoogte gesteld van de vondst. Zo wordt voorkomen dat de bom nog een tweede keer in een net belandt.